Pencak Silat is de verzamelnaam voor de krijgskunsten uit de Indische archipel. Deze vechtsport komt voor in geheel Zuidoost-azië.
Pencak Silat is waarschijnlijk ontstaan op het eiland Sumatra waar in de oude klassieke tijd een groot en machtig hindoeïstisch rijk lag waardoor allerlei handelaren uit China en India naar dit rijk toereisden.
Deze reizen waren alleen gevaarlijk en de handelswaar moest goed worden beschermd. Dit werd gedaan door professionele krijgers en vechtmonniken. Deze krijgers hebben waarschijnlijk de basis gelegd voor de huidige Pencak Silat. Door de vele eilanden die Indonesië telt, ontwikkelde de pencak silat zich op ieder eiland anders.
De bewegingen en standen werden aan de omgeving aangepast en zo kreeg iedere streek zijn eigen stijl met haar eigen specifieke kenmerken. Kenners kunnen aan de manier van bewegen zien waar een stijl vandaan komt.
De krijgskunst werd eerst alleen door de adel en de soldaten beoefend. Maar later, met de komst van de Islam, veranderde de sociale structuur van de maatschappij en kwam de gewone bevolking in aanraking met de Pencak Silat. Hierdoor veranderde het wapenarsenaal doordat dagelijks gebruikte landbouwwerktuigen in de krijgskunst werden geïntroduceerd.
Toen Nederland in Indonesië de koloniale overheerser werd, verboden zij het beoefenen van Pencak Silat.
Hierdoor werd deze krijgskunst bijna vergeten.
Maar na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 werd de Pencak Silat door de nieuwe regering weer uit de vergetelheid gehaald. Zij vonden namelijk dat dit één van haar cultuuruitingen was en al gauw ontstonden de eerste erkende scholen, waaronder de Jokotole Naga Putih.